Binnen de Omgevingswet gaat participatie een belangrijke rol spelen bij het formuleren van bijvoorbeeld een omgevingsvisie of omgevingsplan. Kernbegrippen in de Omgevingswet zijn kwaliteit en ontwikkeling van de leefomgeving, samenwerking en verbinding, maatwerk en lokale afweging. De Omgevingswet als zodanig speelde geen rol bij de motivatie van enkele burgers van Grubbenvorst om een burgerinitiatief op te richten, maar die kernbegrippen indirect wel. Het was de gemeenschap van Grubbenvorst in hun ogen al te vaak overkomen dat een grote en voor de kwaliteit van de leefomgeving bepalende ontwikkeling, zonder noemenswaardige inbreng van de burgers, ‘over hen heen’ was gekomen.
Dat gegeven maakte dat een groepje burgers en ondernemers in Grubbenvorst in de gemeente Horst aan de Maas zich samenpakte voor weer een majeure ontwikkeling die er aan zat te komen. Vlak bij de kernen Grubbenvorst en Lottum is langs de Maas een ontgraving voorzien in de vorm van hoogwatergeulen. Reeds jaren was een combinatie van ontgronders in de Maasweerden landbouwpercelen aan het opkopen voor deze hoogwatergeulen. In provinciale en gemeentelijke beleidsdocumenten waren de geulen ook opgenomen. Het groepje initiatiefnemers nam contact op met Kragten voor professionele ondersteuning bij het proces en de inhoud die met een dergelijk burgerinitiatief gepaard gaat. De eerste stappen van het proces bestonden uit het aanhaken van de rest van de gemeenschap bij het denken over deze ontwikkelingen. Wat vindt de gemeenschap van belang? Waar liggen eventueel wensen? Het ging in Grubbenvorst al snel over meekoppelkansen, die door deze ontwikkeling mede mogelijk zouden kunnen worden. Dat ging naast de hoogwaterbescherming zelf ook over wonen, sport en cultuur bijvoorbeeld. Een van de belangrijkste wensen was om de kern Grubbenvorst een ruimtelijke ontwikkeling te geven richting de Maas. Momenteel ligt het dorp als het ware met de rug naar de Maas en dat moest anders. Daaraan ontleende het burgerinitiatief ook haar naam: ‘Gezicht naar de Maas’.
Kragten begeleidde de groep in eerste instantie in het proces en faciliteerde een aantal avonden met voorbeelden, kaartmateriaal, maar bovenal in de opzet van de workshops die deze avonden feitelijk waren. Van belang bij de processen die je als burgerinitiatief oppakt, is de aanhaking van de juiste stakeholders op het juiste moment. Wanneer ga je met het waterschap of Rijkswaterstaat in gesprek? Hoe houden we ook de gemeente aangehaakt en op de hoogte van de vorderingen van het burgerinitiatief? Maar ook: zorg voor voldoende realisme en manage de verwachtingen binnen het burgerinitiatief zelf; dit waren enkele uitdagingen in het proces.
Vervolgens ontstond de behoefte aan verbeelding van de ideeën en plannen. Hoe is het straks te realiseren en waar is het meeste draagvlak voor? En tenslotte, is het technisch en financieel haalbaar? In deze fase werd ook contact gezocht met het consortium van ontgronders, een stakeholder die in het voortraject nog buiten beeld was gebleven. Hoewel in dit stadium de coronapandemie al haar intrede had gedaan, is toch flink ingezet op terugkoppeling naar en informeren van de gemeenschap. In een tweetal webinars werden plannen gepresenteerd, interviews met mensen uit de gemeenschap getoond, de gemeente aan het woord gelaten en, op basis van respons, plannen en ideeën bijgesteld en wederom gepresenteerd. Toelichtingen op proces en inhoud werden ook periodiek in het lokale informatieblad en via social media gedeeld, zodat een zo breed mogelijk bereik ontstond.
Het proces bevindt zich momenteel in een cruciaal stadium. Hoe gaat de gemeente en hoe gaan hogere overheden nu inspelen en doorpakken op dit mooie voorbeeld van burgerparticipatie. De vraag hoe je de burgers daarin meeneemt hoeft in ieder geval in Grubbenvorst niet meer gesteld te worden. Dit integrale proces ‘in de geest van de Omgevingswet’ heeft een goede warming-up gehad. Gaan de plannen verdere uitwerking krijgen? De gemeenschap van Grubbenvorst is er klaar voor.